🌿 Succulenten 🌿

Bijna iedereen heeft ze wel in huis (gehad). Vetplanten, Echeveria’s, Aloë vera, cactussen oftewel succulenten. Een succulent wordt vaak benoemd als makkelijke plant, omdat ze in verhouding weinig water nodig hebben. Maar ze kunnen best lastig zijn, als je niet goed weet hoe je ze moet verzorgen. Daarom lijkt het mij een goed idee om deze maand een plantenblog over succulenten te schrijven, zodat jij van een eventuele ‘succulentkiller’ omgetoverd kan worden tot een ‘succulentlover‘.

Ook ik heb zeker een aantal succulenten ‘gekild’, onbedoeld en vaak door ze te véél water te geven, of door ze op een te donkere plaats neer te zetten.. Veel gemaakte fouten, waarvan je uiteraard veel leert. Wel zonde natuurlijk, want voor je plantje ben je dan helaas te laat!
Ik vertel je de basis over succulenten en bespreek hieronder twee soorten succulenten;  cactussen en vetplanten.

Wat is een succulent?
Een succulent of vetplant is een plant die water opslaat in een deel van zijn lichaam. Dit kan zowel in de wortel, stengel of het blad gebeuren en dan spreekt men respectievelijk van knol-, stam of bladsucculenten. De naam succulent komt van het Latijnse woord sucus, dat sap betekent.

Soorten
Er bestaan tientallen plantenfamilies, die succulente soorten hebben, sommige bestaan bijna alleen uit succulenten, andere hebben slechts enkele succulente soorten.
Het meest bekend zijn waarschijnlijk de cactussen, die allemaal tot dezelfde plantenfamilie behoren. Er zijn enkele cactus-soorten met succulente bladeren en nauwelijks verdikt stam en alle overgangen tot cactussen zonder bladeren met sterk verdikte stengels.
Succulenten hebben speciale structuren ontwikkeld om water in hun lichaam op te slaan, meestal als aanpassing tegen droogte en worden daarom xerofyten genoemd. Evolutie en geografische verspreiding hebben ervoor gezorgd, dat elke succulent zich aan zijn eigen omgeving heeft aangepast. Dit resulteert in een grote verzameling unieke vormen. (Bron)

img_20180917_1452542066678860.jpg

Cactussen
Cactussen zijn er in verschillende vormen en maten, dat maakt ze zo leuk en veelzijdig. Alle cactussen zijn vetplanten, maar niet alle vetplanten zijn cactussen. Maar wat maakt een cactus nou een cactus? Een cactus heeft areolen, dat zijn plekjes waar stekels, glochiden (prikhaartjes), stengels en bloemen uit groeien. Echte cactussen hebben ze, en vetplanten niet. In het wild dienen de stekels als een verdedigingsmechanisme tegen herbivoren. Ook gaan ze vochtverlies tegen door de luchtcirculatie rond een cactus te doorbreken. Cactussen hebben overigens geen luchtzuiverende eigenschappen, maar ondanks dat zijn het perfecte groene huisgenoten. Ik vind het leuk om meerdere te combineren en als een ware plantgang bij elkaar neer te zetten.

Soorten
Er zijn twee soorten cactussen; woestijncactussen en junglecactussen. De namen zeggen het al, en geven aan uit welke omgeving de cactussen afkomstig zijn.

Water: dat cactussen zonder water kunnen is een misvatting. Wel hebben ze het vermogen om te overleven in droge gebieden waar weinig, of heel onregelmatig, water beschikbaar is. Water is essentieel om te overleven, ook voor cactussen! De truc is niet om géén water te geven, maar niet te veel.
In de groeiperiode (van de lente tot de herfst) hebben cactussen meer water nodig. Geef water tot het uit de pot loopt, maar zorg dat er geen laagje water blijft staan. Afwateringsgaten zijn niet nodig omdat je ze maar zo weinig water geeft, maar je kunt wel hydrokorrels onderin leggen om te voorkomen dat je cactus natte voeten krijgt. Wacht vervolgens tot de grond compleet droog is voor je opnieuw water geeft. Cactussen gaan rotten als ze te veel water krijgen.

Standplaats: zet cactussen het liefst vlak bij het raam, ze verlangen veel zonlicht.

Voeding: is niet per se nodig, maar gedurende de bloeiperiode kun je vloeibare voeding aan het water toevoegen, om de 2 tot 4 weken.

IMG_20180410_144508_429

Vetplanten
Veel vetplanten slaan water op in hun bladeren en stengels, dit helpt ze om in droge omstandigheden te kunnen overleven. De dikke bladeren en stengels fungeren als watertanks, en ze kunnen vochtverlies voorkomen dankzij hun wasachtige bladeren of dunne laagje haar, waarmee ze verdamping tegengaan.
Qua uiterlijk zijn vetplanten moeilijk te weerstaan. De verschillende soorten en kleuren maken ze erg decoratief en fotogeniek. Ze zijn ook nog eens heel betaalbaar.
Iets om rekening mee te houden is, dat je plantje er bij aankoop erg mooi uit ziet, hun vorm en kleur kan in de weken en maanden daarop veranderen. Dit is normaal omdat ze op natuurlijke wijze groeien en zich aanpassen aan hun nieuwe leefomgeving.

Standplaats: Vetplanten (met name Echeveria’s) rekken zich uit als ze niet genoeg zonlicht krijgen. Hierdoor kunnen ze sneller gaan groeien, de plant wringt zich in bochten om bij de lichtbron te komen.
Een lichte standplaats is over het algemeen fijn voor vetplanten, maar zet ze niet in de volle zon. Hoe meer kleur je vetplant vertoont (paars, roze, rood), hoe meer direct zonlicht hij nodig heeft. In de volle zon kan je plant ’s zomers verbranden.

Water: ook hier geldt, liever te weinig dan te veel water. Gebruik goed doorlatende grond (bijvoorbeeld speciale vetplanten/cactusgrond). Maak de grond nat, en niet de plant zelf.

Voeding: is bij vetplanten ook niet nodig, maar in de groeiperiode kun je om de twee weken voeding geven. Om de bloei te stimuleren, kun je de planten in de winter of vroege lente een paar weken bij een temperatuur van 10 graden houden.

Stekken: vetplanten zijn eenvoudig te vermeerderen. Trek een paar blaadjes van de stengel van de plant (niet knippen of snijden). Soms breekt er per ongeluk een blad af, en die kun je dan dus ook gemakkelijk stekken. Leg de bladeren horizontaal op wat grond. Ik leg ze vaak bij een andere plant in de pot. Laat de bladeren eerst een paar dagen uitdrogen, en sproei na een paar dagen wat water over de bladeren. Daarna om de 10 dagen ongeveer water geven, of minder vaak. Zorg dat de stekken op een lichte plek staan, maar niet in de volle zon. Na een paar weken zullen de eerste worteltjes verschijnen en er zal een babyplantje beginnen te groeien. Dan kun je de nieuwe vetplant in een eigen pot zetten.

Soorten vetplanten: 
Agave’s
Een Agave komt in de natuur voor in een enorm wijd kleurenspectrum, van geel tot groen tot rood en met strepen, ribbels, weerhaken en nog veel meer. Er zijn meer dan driehonderd agavesoorten.

Aloë vera
Over de gehele wereld wordt zijn sap gebruikt in medische hulpmiddelen en diverse cosmetische doeleinde. Het is een plant die geschikt is voor een lichte standplaats. Aloëplanten met doornige bladeren hebben meer licht nodig dan exemplaren met zachtere bladeren. Tijdens de groeiperiode hebben ze veel water nodig. Houd de aarde dan vochtig. Voeding om de 14 dagen tijdens de groeiperiode. Het is een vetplant die je gemakkelijk kunt stekken.

Echeveria’s
Echeveria succulenten zijn verkrijgbaar in talloze soorten, kleuren, vormen, bladmotieven en afmetingen. Echeveria succulenten zijn makkelijk in onderhoud, plaats deze kamerplanten op een lichte standplaats. Zolang je de vetplant niet te veel water geeft, zal je er tijden plezier van hebben.
Tip: hoe gekleurder en lichter het blad is van kleur, hoe meer licht de plant nodig heeft. Zo heeft een roze Echeveria meer direct zonlicht nodig dan een exemplaar met een donkerder groen blad.

Erwtenplant
De erwtjes van dit leuke plantje zijn de bladeren. Net als andere vetplanten slaat de erwtenplant water op in zijn bladeren. Ook voor deze vetplant geldt, niet te veel en te vaak water geven.

Euphorbia’s (wolfsmelk)
Euphorbia’s behoren niet tot de Cactus-familie, in feite zijn dit succulenten en geen cactussen. Het verschil is dat Euphorbia’s wolfsmelk hebben en cactussen niet.

Crassula’s (Jade plant)
Opvallend aan de Crassula kamerplant is dat de stam erg zacht en breekbaar is, pas bij planten van enkele tientallen jaren oud wordt de stam daadwerkelijk van hout. Het is een huisplant die goed geschikt is voor een zonnige standplaats in de huiskamer en relatief langzaam groeit.

Haworthia’s (zebraplant)
Het is een makkelijke plant die ook in Europa veel voor komt. De plant is veelal stengelloos en laagblijvend. Ze stellen niet veel eisen aan de verzorging maar houden niet van de direct zon. De Haworthia heeft vetplantachtige groene stengels met rondom witte verdikte strepen in grillige vormen.

Rhipsalis (koraalcactus)
De Rhipsalis is een hangplant en een vetplant, en daardoor een unieke combinatie. De Rhipsalis komt in vele vormen voor. Zo heb je Rhipsalissen met dunne bladeren, dikke bladeren, ronde bladeren, donkergroene bladeren, lichtgroene takken en nog meer varianten. De Rhipsalis is een vetplant die snel groeit en gemakkelijk te stekken is.

Sansevieria’s (vrouwentongen)
De Sansevieria komt momenteel voor in een enorm groot aantal variëteiten. De Sansevieria is makkelijk in onderhoud en stelt weinig eisen aan de lichtintensiteit, geef wel spaarzaam water. Sansevieria’s gaan rotten bij te veel water.
Nog een laatste tip: vrouwentongen zijn ideale planten voor de slaapkamer. Ze absorberen kooldioxide en zetten dit om in verse zuurstof, die ’s nachts wordt vrijgegeven. Zo ondersteunt deze plant een goede en gezonde slaap. Kijk daar worden we blij van, niet alleen een mooie, maar ook een nuttige plant in huis!

IMG_20180409_190428_433IMG_20180327_075709_083

Bron: Ik schreef mijn blog met hulp van mijn favoriete plantenboek: Urban Jungle (I. Josifovic & J. de Graaff).

Ik hoop dat je het leuk vond om mijn plantenblog te lezen, en dat je er iets aan hebt! Hopelijk kun je nu nog meer genieten van je succulenten. Heb je nog vragen of een suggestie voor mijn volgende plantenblog? Laat het mij weten in de reacties, en wie weet schrijf ik volgende maand een blog over jouw (favoriete) plant/plantensoort.

Graag tot de volgende!

Liefs, Jitske 🌿

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag